De uitstoot van dieselauto’s ligt in de praktijk een stuk hoger dan dat er bij de toelatingstest wordt gemeten. Dat blijkt uit onderzoek van TNO.

De limiet voor de uitstoot van een auto ligt bij 80 milligram stikstofoxide per kilometer. Deze limiet geldt voor de test waarmee het gemiddelde verbruik van een auto in een laboratorium wordt gemeten. Maar in de praktijk ligt de uitstoot van veel auto’s een stuk hoger.

Geen conclusies over ‘sjoemelsoftware’

Volgens onderzoeksbureau TNO kan uit de cijfers niet de conclusie worden getrokken dat de verschillen tussen de test en de resultaten op de weg het gevolg zijn van zogenoemde ‘sjoemelsoftware’. Die werd in auto’s van Volkswagen gebruikt om ze ‘schoner’ te laten zijn.

“De huidige tests van TNO zijn niet geschikt en niet bedoeld om uitspraken te doen over de precieze oorzaak van de verschillen in uitstoot zoals gemeten op de officiële typegoedkeuringstest en in de praktijk,” schrijft TNO op haar website. Verschillen kunnen bijvoorbeeld ook ontstaan zijn door weersomstandigheden en drukte op de weg. Een woordvoerder laat weten dat de tests vooral bedoeld zijn als eerste proef “om te kijken hoe auto’s onder de normale wegomstandigheden presteren”.

"Uit de resultaten kun je dus ook niet afleiden dat de ene auto zuiniger is dan de andere,"zegt de woordvoerder. "Maar de cijfers laten zien dat de laboratoriumtests een onvoldoende juist beeld geven van de werkelijke uitstoot in de praktijk."

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl